Een neusbloeding komt vaak voor. De oorzaken zijn divers (lokaal en systemisch, vaak ook onbekend). Van de systemische oorzaken hoort het gebruik van anticoagulantia en plaatsjesaggregatieremmers tot de belangrijkste.
Een neusbloeding komt vaak voor. De oorzaken zijn divers (lokaal en systemisch, vaak ook onbekend). Van de systemische oorzaken hoort het gebruik van anticoagulantia en plaatsjesaggregatieremmers tot de belangrijkste$ .
Eerder werd vastgesteld dat topisch gebruik van tranexaminezuur (TXA) voor parenteraal gebruik in vergelijking met het tamponneren van de anterieure neusholte een gunstig effect had op neusbloedingen van onbekende origine$ . Hetzelfde onderzoek werd overgedaan bij patiënten die zich aanboden op een spoedafdeling met neusbloeding en die aspirine en/of clopidogrel innamen$. Het onderzoek liep in spoedopnames in twee Iraanse ziekenhuizen. 124 patiënten met ‘ernstige’, anterieure neusbloedingen werden in het onderzoek ingesloten. De neusbloeding werd als ‘ernstig’ beoordeeld indien deze bleef voortduren na 20 minuten compressie van de neus met duim en wijsvinger. De controlegroep kreeg een wiek gedrenkt in epinefrine met lidocaïne om het bloedende neusgat te tamponneren, de andere een wiek gedrenkt in het inspuitbare TXA (500mg/5ml). Deze wiek bleef ter plaatse tot wanneer het bloeden stopte, bij de controlegroep werd de wiek verwijderd na 10 minuten en vervangen door wieken bedekt met tetracyclinezalf. Het meten bij de TXA groep begon op het moment dat de TXA-wiek werd ingebracht en bij de controlegroep de wiek met tetracyclinezalf. Dan werd om de 5 minuten geëvalueerd tot wanneer de patiënt de spoedopname verliet. Recidief bloedingen na 24 uur en na 1 week werden geregistreerd. Het bloeden stopte na 10 minuten ( primaire eindpunt) bij 72% van de TXA groep en bij 29% van de controlegroep (een significant verschil). Recidief bloedingen na 1 dag en 1 week (secundaire eindpunten) kwamen respectievelijk voor bij 5% en nogmaals 5% van de TXA groep en 10% en 21% van de controlegroep, eveneens significante verschillen. Ontslag binnen de 2 uur uit de spoedopname was er voor 97% van de TXA groep en voor 13% van de controlegroep (significant verschil) . Er was geen verschil in ongewenste effecten.
In de Belgische bijsluiter van de injecteerbare vorm van tranexaminezuur (Exacyl® 500mg/5ml) staat geen indicatie voor lokaal gebruik vermeld. In Nederland is een magistrale bereiding met tranexaminezuur (aan 5%) als mondspoelmiddel bij tandheelkundige ingrepen bij gebruikers van anticoagulantia beschikbaar. In een (klein) overzichtsonderzoek$ wordt melding gemaakt van een onderzoek uit 1995 over het gebruik van een tranexaminezuur bevattende gel. Dit bleek niet werkzamer dan placebo bij de behandeling van idiopathische anterieure neusbloedingen.
Het lijkt er op dat, zoals zo vaak het geval bij onderzoek dat slechts op beperkte schaal is uitgevoerd, meer onderzoek moet gebeuren over het off-label gebruik van tranexaminezuur.