Formularium Ouderenzorg
COPD
Literatuur geraadpleegd tot: 12/07/2022
- Voor geen enkele medicatie is bij COPD duidelijk aangetoond dat ze de achteruitgang van de longfunctie op lange termijn tegengaat; rookstop is de enige maatregel waarvoor een dergelijk effect is bewezen. Medicamenteuze behandeling verbetert bij COPD wel de levenskwaliteit, en reduceert het optreden van exacerbaties. Het effect op de longfunctie is beperkt.
- Medicatie voor de behandeling van COPD kan onderverdeeld worden in onderhoudsbehandeling (controllers) en symptomatische behandeling (relievers).
- De aanbevelingen betreffende de behandeling van COPD bij ouderen zijn gebaseerd op extrapolaties van studies bij volwassenen. Het aantal studies bij ouderen is beperkt.
- Bij de keuze van behandeling bij ouderen dient er rekening gehouden worden met de comorbiditeiten, medicamenteuze interacties, nevenwerkingen en het correct kunnen gebruiken van een specifiek device.
- Bij ouderen is het essentieel om een inhalatiesysteem te kiezen dat aan het individu is aangepast, om de juiste inhalatietechniek aan te leren en om regelmatig te controleren of het systeem correct wordt gebruikt.
- Bij de keuze van een inhalatiesysteem dient er rekening gehouden te worden met de cognitieve status, hand-longcoördinatie en de inspiratiekracht.
- Bij ouderen met een beperkte cognitieve status of een slechte handlongcoördinatie heeft een dosisaerosol met voorzetkamer de voorkeur. De dosisaerosol zonder voorzetkamer vereist namelijk een goede hand-longcoördinatie.
- Bij een verminderde hand-longcoördinatie kan eventueel ook een systeem uitgerust met een ademgestuurd doseerventiel (Autohaler®) aangewezen zijn. Hiervoor moet de patiënt wel 5 seconden de adem kunnen inhouden.
- Bij een poederinhalator komt de medicatie vrij bij inademen. Een poederinhalator vereist voldoende kracht bij het inhaleren waardoor hij minder geschikt is voor ouderen.
- Ondanks onvoldoende bewijsmateriaal dat griepvaccinatie de morbiditeit en de mortaliteit bij ouderen doet dalen, en omwille van het zeer lage risico op ernstige ongewenste effecten en de goede tolerantie van het vaccin, blijft vaccinatie tegen seizoensgriep in de regel aanbevolen bij ouderen vanaf 65 jaar, vooral in geval van chronische onderliggende aandoening zoals COPD.
- Pneumokokkenvaccinatie wordt aanbevolen bij ouderen tot 85 jaar met COPD. Boven de leeftijd van 85 jaar kan de behandelende arts op individuele basis besluiten tot vaccinatie.
Introductie
Aan de diagnose COPD moet worden gedacht bij elke persoon met dyspnoe, chronische hoest, sputumproductie en/of een voorgeschiedenis van blootstelling aan risicofactoren voor deze aandoening (in het bijzonder roken). De diagnose wordt gesteld op basis van een "lege artis" uitgevoerde spirometrie.
COPD wordt onderverdeeld in graden van ernst. Dit gebeurde in het verleden voornamelijk op basis van spirometrische criteria uit de GOLD-richtlijnen
Een recente update van de GOLD-richtlijn stelt een gecombineerde beoordeling van de ernst voor die zich niet uitsluitend baseert op de resultaten van een spirometrie maar ook op symptomen en het risico op exacerbatie
Het is van belang om met fysieke en mentale beperkingen van ouderen rekening te houden. Veel beperkingen zoals verminderde inspiratoire kracht, verminderde kracht in de handen, verminderde coördinatie, verminderde visus en cognitieve stoornissen kunnen leiden tot een inefficiënte depositie van de inhalatiemedicatie
Behandeling
Geselecteerd
Preventie
Influenza vaccinatie
Patiënten met COPD vanaf stadium 2 behoren tot de groep met verhoogd risico op morbiditeit in geval van influenza waardoor vaccinatie tegen influenza wordt aangeraden
Pneumokokken vaccinatie
Niet-medicamenteus
Rookstop
De enige aanpak (zowel niet-medicamenteus als medicamenteus) met een bewezen gunstig effect op de evolutie van COPD is rookstop
Lichaamsbeweging
Er zijn voldoende gegevens die aantonen dat regelmatige lichaamsbeweging een gunstig effect heeft op levenskwaliteit en uithoudingsvermogen. Voldoende bewegen is bijvoorbeeld dagelijks een half uur matig intensief wandelen, fietsen, zwemmen of fitness. Patiënten met ernstig COPD zijn in het algemeen al bij de longarts bekend, zijn kunnen baat hebben bij een multidisciplinair longrevalidatieprogramma
Bij ernstig COPD: Longrevalidatieprogramma
Een longrevalidatieprogramma blijkt een duidelijk gunstige en klinisch significante invloed te hebben op dyspnoe en vermoeidheid bij patiënten met ernstig COPD
Na een exacerbatie zou, op basis van beperkte evidentie, pulmonaire revalidatie in het ziekenhuis een nuttig middel zijn om recidieven te voorkomen en het aantal hospitalisaties en mogelijk ook de mortaliteit te reduceren