Ga naar de inhoud
Let op: Om de gebruikerservaring op deze site te verbeteren gebruiken we cookies.
Menu
Login redactie

Formularium Ouderenzorg

Gastro-oesofagale refluxziekte (GORD)

Literatuur geraadpleegd tot: 22/02/2022

  • GORD komt vaak voor bij ouderen en is vaak ernstiger dan bij een jongere populatie. Bij GORD wordt, zoals bij andere vormen van dyspepsie, een oesofago-gastro-duodenoscopie aanbevolen bij iedereen ouder dan 50 jaar, zeker als het om recent opgetreden refuxklachten gaat, of bij alarmsymptomen​​​​​​​​​​​​​​​. De meerderheid (70%) van de patiënten met GORD vertoont geen endoscopische afwijkingen.
  • Dieetmaatregelen en veranderingen in levensstijl (houdingshygiëne, stoppen met roken, andere eetgewoonten, vermageren) worden aangeraden maar voor deze aanpak zijn nog geen bewijzen geleverd in gecontroleerd onderzoek.
  • Sommige medicijnen veroorzaken of verergeren gastro-oesofageale reflux. Stoppen van de oorzakelijke medicatie is dan ook de eerste niet-medicamenteuze behandeling.
  • De medicamenteuze aanpak van reflux verschilt naargelang de ernst van de klachten, en indien een endoscopie uitgevoerd werd, naargelang de gevonden letsels.
  • Bij weinig uitgesproken refluxsymptomen als empirische behandeling of bij slechts lichte endoscopische letsels of normale endoscopie, volstaat dikwijls intermitterend gebruik van antacida.
  • Bij meer uitgesproken klachten kan men kiezen voor een step-up-methode (antacida; indien geen beterschap een PPI eerst in halve, dan in volle dosis), een step-down-methode (beginnen met een volle dosis PPI en bij beterschap een halve dosis).
  • De step-down methode begint met het sterkste geneesmiddel en gaat dan, wanneer de symptomen onder controle zijn, over op de laagste effectieve dosis of op minder krachtige geneesmiddelen.  Zodra de symptomen afnemen, kan de dosis van de PPI worden verlaagd en, indien mogelijk, gestopt.  De beste manier om de behandeling te stoppen is geleidelijk afbouwen.  Ook bij ouderen kan men bij, recidief van klachten, opteren voor een PPI on-demand, met een dosis aangepast aan de symptomen.
  • Voorzichtigheid is geboden bij het starten van een symptomatische behandeling (eventueel van lange duur) voor niet-ernstige klachten.
  • Bij ernstige endoscopische letsels geeft men onmiddellijk gedurende 4 à 8 weken een PPI. Na de genezing van de oesofagitis heeft de behandeling van gastro-oesofageale reflux enkel symptoomcontrole als doel; continue behandeling met PPI's wordt vermeden, en in elk geval zal gezocht worden naar de minimaal effectieve dosis.  De patiënt moet geïnformeerd worden over het risico van rebound hyperaciditeit na stoppen of verminderen van de behandeling.
  • Er is geen bewijs dat PPI-therapie de progressie naar kwaadaardige degeneratie voorkomt, daarom is Barrett-slokdarm zonder refluxsymptomen normaal gesproken geen indicatie voor PPI-therapie.
  • Er zijn waarschijnlijk geen verschillen in doeltreffendheid tussen de PPI's onderling.  Gezien de geringere interactie met CYP2C19 in vergelijking met andere protonpompremmers wordt pantoprazol geselecteerd.
  • De gastroprokinetica metoclopramide en domperidon hebben bij reflux slechts een twijfelachtig effect
  • Refluxoesofagitis is geen indicatie voor eradicatie van H. pylori.
  • Repertorium BCFI 3.1.